Van VAR tot modelovereenkomst

Met de inwerkingtreding van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is vanaf 1 mei 2016 de verklaring arbeidsrelatie (hierna: de ‘VAR”) verleden tijd, een ogenschijnlijk vervelende ontwikkeling voor zelfstandigen zonder personeel (hierna: “zzp’ers”) en hun opdrachtgevers.

Wat is de VAR eigenlijk?

De VAR is geïntroduceerd in 2005. Het betreft een document waaruit duidelijk wordt of een opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen over de inkomsten van de zzp’er, of niet. Anders gezegd: in de VAR staat of de Belastingdienst een zzp’er dan wel als (volledig) zzp’er of als werknemer ziet. De juiste VAR geeft de opdrachtgever dus vooraf de zekerheid dat er geen loonheffing verschuldigd indien hij te maken heeft met een zzp’er.

Waarom is de VAR afgeschaft?

Het kabinet wilde de balans tussen de verantwoordelijkheden van de opdrachtgever en de zzp’er herstellen. Met de juiste VAR is de opdrachtgever beschermd voor een eventuele loonheffing met terugwerkende kracht, ook als blijkt dat de zzp’er al die tijd eigenlijk als werknemer heeft gewerkt (“schijnzelfstandigheid”). Maar de belastingvoordelen die de vermeende zzp’er (maar in feite dus werknemer) heeft genoten, konden wél worden teruggevorderd. Ook was voor het kabinet het streven naar verbetering van de handhaving een belangrijke overweging voor de afschaffing van de VAR.

En nu?

Onder het oude recht was alleen de zzp’er aansprakelijk voor schijnzelfstandigheid (wanneer de zzp’er in feite eigenlijk een werknemer was), vanaf 1 mei 2016 zijn zowel de zzp’er als de opdrachtgever aansprakelijk te stellen in het geval van schijnzelfstandigheid.

Nu de VAR is afgeschaft kunnen zzp’ers gebruik maken van overeenkomsten die door de Belastingdienst zijn goedgekeurd. Die kunnen vooraf aan de belastingdienst ter goedkeuring worden voorgelegd. Dat valt zeker aan te raden.
Op de website van de Belastingdienst zijn nu al verschillende modellen te downloaden (de links staan onderaan dit artikel). Daarmee kunnen partijen vooraf zekerheid krijgen over de arbeidsrelatie die zij samen aangaan. De website van de Belastingdienst biedt algemene modellen en contracten voor branches en beroepsgroepen aan. Ook is het mogelijk dat partijen hun eigen overeenkomsten aan de Belastingdienst voorleggen (alternatiefvar@belastingdienst.nl). Het gebruiken van een modelovereenkomst van de Belastingdienst zelf is namelijk (nog) niet verplicht. Partijen mogen altijd kiezen tussen een overeenkomst die de Belastingdienst heeft opgesteld of beoordeeld en een eigen overeenkomst die niet ter beoordeling is voorgelegd.

Het heeft natuurlijk wel voordelen om te werken met een overeenkomst die door de Belastingdienst is opgesteld of beoordeeld, dan weet de opdrachtgever vooraf zeker dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. In dat geval is de zzp’er dus niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA). Dat betekent dat hij dus geen uitkering krijgt als hij werkloos, ziek of arbeidsongeschikt wordt.

Oud vs. nieuw

Of er daadwerkelijk een groot verschil is tussen het oude en het nieuwe systeem, valt nog te bezien. Ook bij de nieuwe modelcontracten gaat het er uiteindelijk om hoe opdrachtgever en de zzp’er feitelijk invulling geven aan hun samenwerking. Als dit teveel lijkt op een werkgevers- werknemersrelatie, loopt de opdrachtgever alsnog fiscale en arbeidsrechtelijke risico’s. Het is dus belangrijk voor de ondernemer om de afspraken – zoals vastgelegd in de door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst – daadwerkelijk na te komen.

Een inmiddels bekend negatief gevolg van het nieuwe systeem is dat ondernemers liever niet meer beginnen aan samenwerking met zzp’ers. Om een “onzekere situatie” te voorkomen, waarbij ondernemers wellicht na de samenwerking met de zzp’er moeten betalen, zijn ondernemers nu minder snel geneigd een opdracht aan een zzp’er te geven. Ondernemers zullen eerder kiezen voor andere constructies, zoals tijdelijk iemand in dienst nemen of gebruik maken van een uitzendkracht.

Overigens vinden zzp’ers en ondernemers dat er chaos heerst rond de toepassing van de nieuwe wet DBA. Dat blijkt volgens hen uit het hoge aantal afwijzingen door de Belastingdienst en de trage behandeling ervan. Van de ruim 4000 modelovereenkomsten die tot 1 augustus 2016 waren voorgelegd aan de Belastingdienst, waren er slechts 370 goedgekeurd en ruim 1000 afgewezen. Op de rest was nog geen antwoord. Staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes erkende eerder deze week dat het elf (!) weken duurt, in plaats van de eerder toegezegde zes weken, voordat een modelovereenkomst door de Belastingdienst is beoordeeld.

Via deze link kunnen algemene modelovereenkomsten worden gedownload.

En via deze link kunnen modelovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen worden gedownload.