Werken op kantoor brengt extra verantwoordelijkheid voor werkgevers mee. Want wat als daar een Covid-19-besmetting plaatsvindt? Ronnie Eisenmann en Liëll van Hezik vinden dat werkgevers aansprakelijk zijn voor besmettingen.
Er is de afgelopen tijd een hoop geschreven over het coronavirus en het arbeidsrecht, en dan vooral over de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Toch zit het er dik in dat het coronavirus ook op de lange termijn juridisch relevant zal blijven. De kans is namelijk groot dat binnen niet al te lange tijd de eerste rechtszaken zullen spelen waarin de werkgever aansprakelijk wordt gesteld voor een coronabesmetting op het werk.
In het Burgerlijk Wetboek is (in artikel 7:658) door de wetgever vastgelegd dat de werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving. Wanneer de werkgever niet voldoet aan de op hem rustende zorgplicht, is hij in beginsel aansprakelijk voor de schade die zijn werknemer in de uitoefening van de werkzaamheden ondervindt. Uit de rechtspraak blijkt dat dit al vrij snel het geval is.
Als een medewerker corona krijgt en het aannemelijk is dat hij of zij dat op werk heeft opgelopen en daar blijvend letsel aan overhoudt, is het beslist niet denkbeeldig dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade, als blijkt dat niet voldoende maatregelen zijn genomen om besmetting te voorkomen.
De zogenoemde zorgplicht brengt namelijk met zich dat de werkgever zich maximaal dient in te spannen om coronabesmetting op de werkvloer te voorkomen. Het kabinet heeft de werkgevers opgeroepen om – indien mogelijk – werknemers zo veel mogelijk thuis te laten werken. Wanneer dat enigszins mogelijk is, zal een werkgever dit moeten blijven faciliteren.
Aanwijzingen opvolgen
Hoe ver de zorgplicht van de werkgever reikt, hangt sterk af van de situatie en zal per branche verschillen. In branches waar thuiswerken geen optie is en besmetting meer voor de hand ligt, zoals in de supermarkt of in de zorg, mag van een werkgever méér worden verwacht met het oog op de te nemen voorzorgsmaatregelen. Hierbij kan worden gedacht aan het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmaterialen, maar dat ervoor wordt gezorgd dat er vaker en grondiger wordt schoongemaakt. In winkels zal een goed werkgever nu echt moeten zorgen voor bijvoorbeeld contactloos betalen, spatschermen en markeringen op de vloer.
De werkgever zal de aanwijzingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en het kabinet steeds nauwlettend in de gaten moeten houden en zijn beleid daarop moeten aanpassen. Het is ook belangrijk dat de werkgever regelmatig controleert of de instructies worden opgevolgd. Van de werkgever mag worden verlangd dat wordt opgetreden tegen een werknemer die zich niet aan de regels houdt en anderen daardoor in gevaar brengt.
Geen vrijblijvendheid
Het kan goed zijn dat werknemers het fijn vinden weer naar het werk te komen of dat ze daar nu weer gelegenheid toe hebben omdat de kinderen weer naar school gaan. Het is daarom belangrijk dat werkgevers regels opstellen en maatregelen nemen die in redelijkheid van hen gevergd kunnen worden. Mogelijke zorgen van werknemers moeten serieus worden genomen en informatie zal duidelijk met de werknemers moeten worden gedeeld. De werknemer moet er op kunnen rekenen dat de werkgever er alles aan doet om de kans van besmetting tot een minimum te beperken.
Een coronabesmetting op het werk kan niet voor 100 procent worden voorkomen, maar zorg ervoor dat je als werkgever kan laten zien dat je de veiligheid van werknemers zoveel mogelijk waarborgt. Stel daarom een duidelijk coronaprotocol op, verstrek dat aan de medewerkers en bespreek dat ook. Zorg dat de regels worden nageleefd en pas het protocol aan als de omstandigheden wijzigen. De ernst van de coronacrisis en de gevolgen voor een op het werk besmette medewerker, maken dat men zich in de relatie werkgever-werknemer (ook) geen vrijblijvendheid kan veroorloven.
Gepubliceerd in Het Parool van 29 mei 2020