De afgelopen maanden hebben Israëlische media verschillende rapportages gepubliceerd over de explosieve toename in de smokkel van de in Nederland verboden plant qat vanuit Israël naar Europa.
Het opmerkelijke aan deze smokkel is dat Israëlische handelaren daarbij met regelmaat jonge smokkelaars inzetten die de qat in hun persoonlijke bagage meenemen in de hoop dat die niet zal worden onderschept.
Mocht de qat alsnog worden onderschept, veelal door de douane in Europa, dan worden de smokkelaars bij voorbaat geïnstrueerd te verklaren dat de qat in Israël legaal verkrijgbaar is en dat zij de qat voor eigen gebruik tijdens de vakantie hebben meegenomen.
Deze instructie veroorzaakt soms vreemde taferelen, waarbij zoals recentelijk op Schiphol in de bagage van een cliënt een hele qatplant, met takken en al ter gewicht van 47 kilogram, werd onderschept en cliënt tegenover de verbaasde douaneambtenaren verklaarde dat de qat slechts voor eigen gebruik bestemd was.
Het feit dat de man slechts een weekend in Nederland zou verblijven, maakte zijn verklaring niet aannemelijk en hij mag dan ook van geluk spreken dat hij er uiteindelijk met een boete van minder dan duizend euro vanaf is gekomen.
Smokkelaars van qat in andere Europese landen hebben vaak minder geluk en uit onderzoek van Eisenmann & Ravestijn Advocaten is gebleken dat sommigen van hen tot jarenlange gevangenisstraffen zijn veroordeeld.
In het kader van het onderzoek naar het onderwerp is door een juridisch medewerker van Eisenmann & Ravestijn Advocaten een bezoek gebracht aan een aantal distributiecentra en buurtwinkels in Israël die de qat openlijk, soms letterlijk naast de melkpakken, verkopen.
Het is duidelijk een kwestie van tijd tot de Nederlandse autoriteiten de stelselmatigheid van deze smokkel zullen vaststellen en het beleid naar de maatstaven van andere Europese landen zullen verscherpen.
De hoop is dat de betrokken partijen spoedig tot het besef zullen komen dat achter de ogenschijnlijke onschuldige smokkel vaak een geraffineerd misbruiksysteem schuilgaat, waarbij aan kansarme jongeren een misleidend beeld wordt geschetst dat de smokkel van qat vanuit Israël voor de smokkelaar een beperkter risico vormt dan de smokkel van andere verboden middelen.